De meeste mensen maken zelfgemaakte hangop van yoghurt. Maar dat is niet de manier waarop mijn moeder het maakte. Ik was het recept daarvan kwijt totdat ik het op een papiertje tegenkwam in één van haar vele kookboeken. En aangezien ik geïnteresseerd ben in hoe mijn (groot)ouders aten en kookten wil ik ook jullie dit niet onthouden.
Hangop wordt gemaakt van uitgelekte karnemelk. Vooral op warme zomerse dagen (maar ook met Kerst) is het een fris gerecht dat – zo sneeuwwit als geen ander toetje! – op tafel komt. Als ik het maak giet ik de karnemelk op een bevochtigde doek in een vergiet. Het dunne vocht loopt door het doek weg en de drab (de hangop) blijft achter in het vergiet. Verzamelen in een kom en je hebt je toetje zoals je dat ook hebt met uitgelekte yoghurt.
Maar op deze manier doe je de naam hangop geen recht aan! Want de naam is ontstaan door de manier van bereiding. De karnemelk werd door mijn moeder in een met water uitgewrongen kussensloop gegoten en met een touwtje dichtgebonden. De sloop werd in de schaduw, meestal in de schuur, opgehangen met een bakje of emmer er onder om het uitgelekte vocht op te vangen. Als kinderen waren we er al snel achter dat aan dat uitgelekte vocht geen eer te behalen viel. Wat nog wel leuk was om te doen maar strikt verboden was het opdraaien van de sloop waardoor jet het vocht er uitwrong.
Voor 4 personen neem je 2 1/2 liter karnemelk. Giet in een vochtige schone sloop en hang deze op een koele plek op. Emmertje er onder en een nacht laten hangen. Wij kregen het vroeger met een verbrokkelde beschuit en bruine suiker.
Yoghurt heeft de karnemelk verdreven als oorsprong van de hangop. Maar geloof mij er is een duidelijk verschil in smaak en ik vind die van karnemelk het lekkerste.